Nader Verklaard: Waterhozen
Waterhozen ontstaan, de naam zegt het al een beetje, boven wateroppervlakten. Waterhozen lijken veel op windhozen, ze zijn enkel niet zo krachtig en daardoor ook minder gevaarlijk. Toch blijft het belangrijk een dergelijk verschijnsel goed in de gaten te houden. Dit geldt met name voor watersporters. Waterhozen zijn vrij onschuldig, maar op het water kan het in de buurt van zo'n gevaarte toch behoorlijk spoken. Het is al vaker gebeurd dat zeilbootjes zijn omgeslagen!

Wat is een waterhoos?
Een waterhoos begint als een kleine uitstulping onderaan de wolkenbasis. Vaak komt de hoos in wording niet verder, maar af en toe groeit deze door. Er wordt een trechtervormige uitstulping zichtbaar, ook wel de tuba genoemd. Ontwikkelt de hoos zich verder dan wordt er een smalle slurf zichtbaar die helemaal tot het wateroppervlak kan reiken.

In tegenstelling tot windhozen hoeven waterhozen niet perse onder een bui te ontstaan. Ook snel ontwikkelende stapelwolken kunnen al een waterhoos laten verschijnen.
Waterhozen zijn vaak niet zo krachtig, wanneer ze land bereiken lossen ze in de regel heel snel op. Alleen de zwaardere gevallen trekken het land op en gaan als windhoos verder.
Op 17 augustus 1994 trokken in de late namiddag drie waterhozen vanaf de Wester- en Oosterschelde het land op. Met name in en rond Vlissingen werd flink wat schade veroorzaakt. Bomen werden ontworteld, er werd zelfs een auto opgetild. Ook op Neeltje Jans werd een hoos gesignaleerd, maar deze veroorzaakte geen problemen.

Wanneer zijn ze te zien
Een voorwaarde voor het ontstaan van waterhozen is de aanwezigheid van onstabiele, vochtige, lucht en weinig stroming (lees wind). Met weinig wind kan de slurf intact blijven, bij veel wind waait deze simpelweg uiteen. Waterhozen ontstaan vaak op een zogeheten convergentielijn. Zo'n lijn ontstaat wanneer twee verschillende stromingen elkaar 'tegenkomen'. In de nacht en ochtend stroomt afkoelende landlucht richting de warmere lucht boven water (het omgekeerde verschijnsel heet zeewind). Op een gegeven moment komt deze landlucht in 'botsing' met de heersende stroming. De lucht wordt opgetild en er vormen zich flinke stapelwolken. Op de grenslagen kunnen op het horizontale vlak wervelingen ontstaan die vervolgens vertikaal opgericht kunnen worden door de ontstane stijgstromen. Op dit moment kan een hoos ontstaan. Een dergelijke hoos zal overigens altijd eerst aan het water/aardoppervlak ontstaan, om vervolgens in de stijgstromen door te groeien tot in de wolk. In de roterende kolom daalt de luchtdruk en condenseert de aanwezige waterdamp. Dit zien wij als een uitstulping onderaan de wolk, tegenovergesteld aan de richting van het werkelijke ontstaan van de hoos.

Weinig stroming lijkt het ontstaan van waterhozen te bevorderen, maar het is zeker geen vereiste. De hozen van 17 augustus 1994 ontstonden tijdens buien temidden van een krachtige zuidwestelijke stroming. Uit onderzoek is gebleken dat de buien krachtig genoeg waren om op zeer kleine schaal de heersende stroming te beinvloeden. Zodoende konden de hozen zich toch ontwikkelen.

Relatief warm (zee)water bevordert de onstabiliteit. Het zeewater is het warmst in de maanden augustus en september, dus in die maanden is de meeste kans op het zien van waterhozen.
De Waddenzee is niet erg diep en dus kan het water daar sneller opwarmen dan elders langs de Nederlandse kust. De Wadden maken dus het snelste kans op het voorkomen van waterhozen.
Waterhozen komen niet alleen in de maanden augustus en september voor. Het gebeurt ook dat er al gezien worden in het vroege voorjaar.



Deze info is afkomstig van www.regioweer.info